Menorah kaarsen koop je voordelig online bij VanKaarstotServet.
In de Chanoeke periode worden de Chanoeka kaarsen gebrand in een chanoekiot (speciale kandelaar) en wordt gedurende acht dagen elke dag een extra kaars in de chanoekiot bijgezet, totdat op de laatste dag 8 kaarsjes branden. De Chanoeka kaarsen worden aangestoken met een zgn. sjamasj, het negende kaarsje dat apart, op een iets hogere plaats, in de kandelaar staat.
Chanoeka is het Joodse feest van het licht. Er wordt stil gestaan bij de opstand van de Joden tegen de Grieken in het jaar 167 v Chr. en de verovering van de tempel van
Jeruzalem drie jaar later.
Chanoeka is het joodse feest van het licht. Het herinnert de joden aan het jaar 167 voor Christus, toen een groep joden in opstand kwam tegen de Griekse overheersers. Na drie jaar veroverden de joden de tempel van Jeruzalem terug op de Grieken. Voor de herinwijding van
de tempel was speciale, zuivere olie nodig. Door de olie werd de tempel gereinigd. Dat gebeurde door de olie te branden in een menora, een speciale kandelaar. Maar er was nog maar één kruikje olie over, genoeg voor één dag. En toen gebeurde het wonder van Chanoeka: de olie hield niet op met branden. Hij brandde acht dagen lang, totdat er nieuwe zuivere olie was.
Daarom duurt Chanoeka acht dagen. Dit feest begint op de vijfentwintigste dag van de maand Kislev.
Chanoeka is een van de kleinere Joodse feesten die de laatste eeuwen aan belang heeft gewonnen vanwege enerzijds de verlichting en
kerstmis en anderzijds het zionisme. Herdacht wordt de herinwijding van de Tempel van Jeruzalem in 164 v.Chr. door Jehuda haMaccabi.
In de Talmoed worden twee gebruiken beschreven. Het was gebruikelijk om acht kaarsen op de eerste nacht van het feest te laten schijnen,
en het aantal met één te reduceren bij iedere nacht. Een ander gebruik was, om op de eerste nacht met een brandende kaars te beginnen,
en iedere nacht een extra chanoeka kaars (menorah kaars) aan te steken tot er acht kaarsen brandden, op de achtste nacht. Het eerste
gebruik werd door de volgers van Sjammaj gevolgd, het laatste door die van Hillel. Volgens Josephus stonden de kaarsen symbool voor de
vrijheid die de joden verkregen, op de gebeurtenis die op het feest wordt gevierd.
De chanoekia (meervoud chanoekiot), een speciale kandelaar voor chanoeka kaarsen (menorah kaarsen), heeft plaats voor 8+1 kaarsjes. Iedere dag steekt men eerst het extra ("negende") kaarsje aan, de sjamasj. Sjamasj is afgeleid van dienst in het Hebreeuws (sjimoesj), omdat dit kaarsje dienst doet om de andere aan te steken. De sjamasj staat ietsje afgezonderd van de andere kaarsjes, qua hoogte of plaats.
Menorah is het Hebreeuwse woord voor lamp of kandelaar, vandaar worden de kaarsen ook wel Menorah kaarsen genoemd. 'Dé Menorah',
een zevenarmige kandelaar, is tevens het symbool voor Israël.
Menorah kaarsen